Klimaat en luchtbeheersing

Ventilatie van de kweekruimte

Een goede ventilatie van de kweekruimte is essentieel voor een goede oogst. Om te kunnen groeien en bloeien hebben jouw wietplanten voldoende verse, CO²-rijke lucht nodig die door de ruimte circuleert. Om dit te bereiken dien je afgewerkte lucht af te zuigen, verse lucht binnen te brengen en een luchtstroom te genereren. Hiervoor maak je gebruik van ventilators en een afzuigsysteem.

De ruimte van verse lucht voorzien

De ventilatie van de kweekruimte begint bij het vervangen van de verwerkte lucht. Een koolstoffilter waarachter een afzuigventilator is geplaatst, zorgt ervoor dat de lucht uit de ruimte naar buiten wordt gezogen. Tegenover dit afzuigsysteem zorg je voor gaten, bij voorkeur in een doolhofopzet, om verse lucht naar binnen te brengen. De doolhofstructuur heeft als doel lucht binnen te laten en licht buiten te houden. Wanneer de afzuigventilator en luchttoevoergaten aan weerskanten van de ruimte worden geplaatst, krijg je een luchtstroom die door de planten gaat. Dit is de ideale opzet voor ventilatie van de kweekruimte gezien je planten op deze manier het makkelijkste CO² kunnen opnemen.

De lucht in beweging houden

Lucht die in beweging is, kan makkelijker opgenomen worden door jouw planten. Het is dus uiterst belangrijk om een bries te creëren in de kweekruimte. Voor dit deel van de ventilatie van de kweekruimte maak je gebruik van een zwenkventilator die je op de grond plaatst. De zachte bries zal er tevens voor zorgen dat de stengels van jouw planten sterker worden.

Temperatuur en vochtigheid

Om het beste eindresultaat te verkrijgen is het belangrijk de wietplanten in het juiste klimaat te plaatsen. Dit doe je door de ruimte op de juiste temperatuur te houden en voor een aangepaste luchtvochtigheid te zorgen. Gezien temperatuur en vochtigheid anders dienen te zijn tijdens de groei dan tijdens de bloei is aangepaste apparatuur nodig om de ruimte te optimaliseren.

De juiste temperatuur

Wietplanten gedijen het beste in een omgeving waar het zo'n 20 tot 25 graden Celsius is. Als minimumtemperatuur kun je 18 graden hanteren en als maximumtemperatuur 30 graden. Eens de temperatuur in de ruimte zich niet meer tussen deze waardes bevindt, is de kans groot dat je planten het niet zullen halen. Hou er bij het verwarmen van de ruimte zeker rekening mee dat ook je lampen voor de nodige hitte zorgen. Een goede ventilatie kan vermijden dat de ruimte al te warm zal worden.

De juiste luchtvochtigheid

Naast temperatuur is ook de luchtvochtigheid van het grootste belang. Wanneer de zaden aan het kiemen zijn en in het begin van de groei, mag deze rond 80% liggen. Een juiste temperatuur en vochtigheid in dit stadium zorgt voor een snellere groei en bijgevolg snellere oogst. Eens de bloei is ingezet, kun je de vochtigheid laten dalen tot zo'n 45 à 50% voor het beste eindproduct.