Het gebruik van ventilatoren

VentilatorWietplanten die buiten staan, zijn onderhevig aan weer en wind. Dit houdt onder andere in dat ze gedurig verse lucht krijgen die rijk is aan CO². Wanneer je besluit om binnen te kweken, dien je deze aanvoer van CO²-rijke lucht zelf te creëren. De makkelijkste manier om dit te doen, is door gebruik te maken van ventilatoren. Er zijn drie doelen die je met de ventilatoren moet bereiken. De warme, afgewerkte lucht moet afgevoerd worden, er moet gezorgd worden voor luchtbeweging in de ruimte en er moet verse lucht binnen gebracht worden.

Afvoer van afgewerkte lucht

Om de gebruikte lucht af te voeren, maak je gebruik van een afzuigventilator op basis van een koolstoffilter. Het vermogen van de afzuiger wordt door verschillende factoren bepaald. Zowel de koolstoffilter, lengte en kwaliteit van de afvoerslang, het uitlaatkanaal en de grootte van je ruimte hebben hier een invloed op.

Luchtcirculatie dankzij een ventilator

AfzuigventilatorLuchtcirculatie is essentieel voor je planten gezien het ervoor zorgt dat ze sterker worden en CO² kunnen opnemen. Om voldoende luchtcirculatie te verzorgen in je ruimte plaats je bij voorkeur een zwenkventilator. Deze geeft een briesje in de ruimte zodat de planten zachtjes wiegen. De lichte beweging zorgt voor een optimale stofwisseling bij de plant.

Verse lucht binnen brengen

Om lucht in de ruimte te brengen, moet er een lichtdicht gat gemaakt worden. Wanneer er vervolgens lucht wordt afgevoerd door de ventilatoren ontstaat onderdruk in de ruimte. Hierdoor wordt verse lucht via het gat binnengezogen die de afgevoerde lucht vervangt. Dit gat maak je best tegenover het afzuiggat zodat de lucht optimaal kan circuleren door de wietplanten.